Woningaanpassingen: zaak van ‘NU’

Ouderen willen zo lang mogelijk thuis blijven wonen, maar denken te weinig aan het nemen van maatregelen die daarvoor nodig zijn. Ruim 71 procent van de zestig- tot tachtigjarigen past het eigen huis niet levensloopbestendig aan. Dit blijkt uit onderzoek van de stichting Zilver Wonen Weken, een initiatief van onder andere ANBO en het ministerie van Volksgezondheid. Ouderen beschouwen het zelfstandig thuis wonen (na gezondheid) als het belangrijkste voor hun welzijn. Maar ruim een derde van de 70-plussers vindt het nog te vroeg om het huis hiervoor te vertimmeren. Een op de tien heeft er nog niet één keer over nagedacht.

Huurhuizen
Langer thuis wonen heeft ook consequenties voor huurders en woningcorporaties. Deze woningbouwverenigingen moeten meer oog hebben voor het aanpassen van de woning. Corporaties hebben een sleutelrol in het signaleren van naderende problemen. Om inzicht te krijgen in de problematiek, moeten zij in gesprek gaan met huurders. Huurders kennen de mogelijkheden van woningaanpassingen en andere vormen van ondersteuning niet. Als huizenbezitters al niet op tijd denken aan verbouwingen voor de toekomst, huurders doen dat al helemáál niet. Zij sparen niet voor toekomstige huisaanpassingen of zorgkosten. Verhuizen willen ze niet, vanwege de hogere huurprijzen van het nieuwe huis. Woningcorporaties kunnen samen met gemeenten het initiatief nemen om ouder wordende huurders te helpen. Bijvoorbeeld via informatiebijeenkomsten of met digitale nieuwsbrieven.

Consulenten
Medewerkers van een woningstichting moeten in een persoonlijk gesprek met de huurder samen de situatie bekijken. Kan het huis worden aangepast, zijn technische hulpmiddelen te installeren? Lost dat alles op of moet de huurder toch naar een ander huis worden geloodst? De woningcorporatie in Waalwijk stuurde woonconsulenten op huisbezoek bij oudere huurders. Onder oudere huurders bleek daar duidelijk behoefte aan. De consulenten kregen een mandaat om tot € 3.000 aanpassingen in een woning te realiseren.